Plofkraak in Delft leidt tot gevangenisstraffen voor verdachten
Verdachten veroordeeld voor mislukte plofkraak in Delft
De rechtbank in Den Haag heeft drie personen veroordeeld tot gevangenisstraffen van drie, vier en vijf jaar voor hun betrokkenheid bij een mislukte plofkraak in de stationshal van Delft. Op 17 april 2024, om 4.30 uur, trachtten de verdachten twee explosieven te laten ontploffen bij het geldwisselkantoor GWK Travelex, maar slaagden er niet in geld buit te maken.
Achtergrond van de plofkraak
De veroordeelde personen, waaronder Mourad H. uit Almere, Ray R. uit Amsterdam en Johan G. uit Rotterdam, waren betrokken bij de uitvoering van de plofkraak. H. en R. arriveerden op een scooter in Delft, terwijl G. een coördinerende rol speelde. Tijdens de zitting bekende H. zijn aandeel en verklaarde dat hij slechts €1500 werd geboden voor zijn deelname.
Rechter oordeelt over professionaliteit en gevolgen
De rechter sprak van een 'uiterst professionele' mislukte plofkraak die goed was voorbereid, ondanks het ontbreken van succes. De verdachten hadden weinig aandacht voor mogelijke slachtoffers en zetten zelfs een drone in bij de kraak. De rechtbank benadrukte dat de daders enkel oog hadden voor eigen financieel gewin, zonder rekening te houden met de levens in gevaar.
Consequenties en veroordelingen
De veroordeelden kregen gevangenisstraffen opgelegd voor hun aandeel in de plofkraak, waarbij G. een vierjarige straf ontving vanwege betrokkenheid bij eerdere pogingen. R. werd tevens veroordeeld voor andere plofkraken. De rechter benadrukte het gevaarlijke karakter van hun acties en de roekeloosheid waarmee ze openbare plekken als doelwit kozen.
