In de late negentiende eeuw transformeerde Delft tot een bloeiende industriestad met een overvloed aan fabrieken in en rondom de binnenstad. Een opvallende onderneming was de distilleerderij, gist- en spiritusfabriek van de broers Volkert en Lambert van Meerten, gevestigd aan de Buitenwatersloot.
De broers stamden af van een lange traditie van jeneverstokers. Hun opa legde de basis en hun vader, Huibert, bouwde aan het Noordeinde een succesvolle distilleerderij. In 1888 breidden de broers het familiebedrijf uit en namen het roer over.
Volkert en Lambert kochten een failliete gistfabriek genaamd De Postduif aan de Buitenwatersloot. Terwijl Volkert als directeur fungeerde, richtte Lambert zich op zijn passie voor kunst en geschiedenis, wat leidde tot de bouw van het unieke Huis Oud-Holland aan de Oude Delft.
Helaas verwoestte een grote brand in 1901 de fabriek van de broers. Het faillissement volgde snel, waarbij Jacques van Marken delen van de fabriek overnam. Lambert van Meerten verloor bijna alles, maar zijn vrienden hielpen hem zijn droomhuis te behouden, dat later het Huis van Meerten werd.
Na zijn overlijden werd Lambert's huis een museum, dat in 2020 als het Huis van Meerten heropend werd door Vereniging Hendrick de Keyser. Dit erfgoed blijft nu behouden en vertelt het verhaal van de opkomst en ondergang van een markante Delftse onderneming.