Acht inwoners van Delft zijn onlangs geëerd met Koninklijke onderscheidingen. Zeven van hen zijn benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau, terwijl één persoon de eer kreeg om Ridder in de Orde van Oranje-Nassau te worden.
Meneer Bosselaar, een bekende figuur in de Delftse samenleving, is een van de gelukkigen. Hij staat bekend om zijn warme hart en toewijding aan anderen. Als voormalig ouderling in de protestantse kerk en actief lid van De Jessehof heeft hij vele levens positief beïnvloed.
Meneer Preuninger, een langdurig lid van korfbalvereniging Fortuna, wordt geprezen voor zijn inzet als hoofdtrainer en voorzitter. Zijn passie voor korfbal en gemeenschapsgeest hebben velen gemotiveerd en verbonden.
Mevrouw Rompelman, een Montessori-onderwijzeres met een passie voor cultuur, heeft generaties studenten geïnspireerd. Haar betrokkenheid bij het Vermeer Centrum Delft en Museum Paul Tetar van Elven heeft het culturele erfgoed levend gehouden.
Mevrouw Oldenboom, een toegewijde studentenpredikant en steunpilaar voor velen, heeft een blijvende impact gehad op het welzijn van studenten in Delft. Haar inzet voor geestelijke zorg en community-building is van onschatbare waarde.
Van restauratie van een historische synagoge tot het organiseren van sportieve activiteiten bij voetbalvereniging SEP, meneer Peters en mevrouw Tetteroo hebben zich op unieke wijze ingezet voor de gemeenschap.
Deze Koninklijke onderscheidingen benadrukken de waarde van vrijwilligerswerk en maatschappelijke betrokkenheid in de bruisende stad Delft.